Het venijn zit in de staart.

11 september 2016 - Chillán, Chili

En zo gaan we Chillan verlaten. We kwamen er zonder verwachtingen naar toe omdat we niet meer wisten waarom we er kwamen. Maar nu blijft het in onze herinnering vanwege het bijzondere natuurschoon. Denken we. Maar de realiteit is verraderlijk.

Op de dag van vertrek gaat de bus van Chillan naar Pucón om 13.55. Dus om half twee met de taxi weg uit het hotel, naar de busterminal. Dat betekent dat we eerst de tijd kunnen nemen om op ons gemak op te staan. Dan net voor tienen een rustig ontbijtje in het hotel.

Daarna even wat mail wegwerken. Tot 12 uur, want dan moeten we van de kamer af. Uitchecken. En de tijd tot half twee brengen we wel zoet met een stadswandelingetje. Of ergens een taartje. Dat is het programma. En feitelijk klopt dat uiteindelijk ook nog helemaal. Alleen niet zoals we dat gedacht hebben.

In de ontbijtzaal staat de televisie aan. We zien Obama een minuut stilte in acht nemen. O, is het elf september? Ja, dat klopt. Hmm, ons even niet gerealiseerd. We blijven vervolgens toch met een schuin oog naar de TV kijken. 

Het volgende item van de nieuwsuitzending gaat over de herdenking van Allende. Want het blijkt dat het vandaag exact 43 jaar geleden is dat er een militaire staatsgreep tegen hem is uitgevoerd. Gevolgd door een militaire dictatuur. De periode Pinochet. Ook al op elf september. Voor Chili dus een extra belangrijke dag.

Daarna op de TV aandacht voor het feit dat onder het plein voor het Palacio La Moneda  -  waar Allende zo tragisch om het leven kwam   -  ook weer een gangenstelsel met martelkamers is ontdekt. Wat is dat toch met dat martelen? Hoe kunnen mensen toch in staat zijn om andere mensen zoiets aan te doen? 

Hoofdschuddend gaan we weer terug naar onze kamer voor de emails. Hadden we deze voortekenen moeten begrijpen? Hadden we nu moeten weten dat deze laatste uren in Chillan zo bijzonder zouden worden? Nee, we voelden het totaal niet aankomen.

Om 12 uur verlaten we onze kamer en checken we uit. En we controleren of de receptie een taxi heeft gebeld. Dat blijkt geregeld. Om half twee. We laten onze bagage achter in een speciaal daarvoor bestemd kamertje naast de receptie. En we gaan naar buiten. Want we hebben nog meer dan een uur voordat we terug moeten zijn.

Wat gaan we doen? Buiten is het zwaar bewolkt en koud. Dus liefst een binnenprogramma. Dorine wil nog even langs de moderne kerk. Want daar zou vanmorgen de Misa Criolla worden uitgevoerd. Waarschijnlijk zijn we te laat, maar dat weet je hier nooit zeker. Misschien pikken we nog een staartje mee.

Als we bij de Plaza de Armas aankomen, horen we muziek. Geen Misa Criolla, dat is wel duidelijk. Een vrouw zingt heel melodieus. Met gitaarbegeleiding. En het komt niet uit de kerk. Daar moeten we natuurlijk het onze van hebben. En we lopen naar de hoek van de Plaza de Armas waar het geluid vandaan komt.

We treffen een soort mobiele fotogallerij. Met tientallen foto’s van merendeels jonge mensen. Allemaal gemarteld en vermoord. Weliswaar 43 jaar geleden maar kennelijk nog steeds actueel. Dit wordt georganiseerd door het Comité voor Waarheid en Gerechtigheid. Er staat hier een groep van enige tientallen mensen.

20160911_121819  Verdwenen.1  20160911_121853  Verdwenen.2

Uit folders blijkt hoezeer Chili nog worstelt met zijn verleden. Want hoewel een aantal van de misdadigers zijn veroordeeld, lopen er ook nog velen vrij rond. Veel van deze beulen zijn met naam en toenaam bekend, maar ontspringen de strafdans omdat ze beschermd worden door duistere  -  ook gerechtelijke  -  machten. En dat is dan weer tegen het zere been van een groot deel van de bevolking. Daardoor sluiten de wonden zich ook nooit en blijft het thema steeds weer actueel.  

Uit de groep komt er een man op ons af. Hij is wat ouder en draagt een zonnebril. Hij vraagt ons waar wij vandaan komen. En of wij weten waarom dit hier is. “Nou, maar al te goed. Wij hebben in Santiago een van de martelhuizen bezocht.” “Londres 38 – 40?” En wij knikken. Daarop wijst de man op een groep foto’s. “Alle mensen van die groep, ik kende ze allemaal. Dat waren mijn vrienden. Allemaal gemarteld en vermoord. Ik had geen enkele vriend meer over.”

“Maar hoe leef je verder met die herinneringen?”, wil Dorine weten. De man zegt niets. Kan ook niets meer zeggen. Hij tilt zijn zonnebril even omhoog. Zijn ogen staan vol tranen.

En dat na 43 jaar, realiseer ik me. Dat treft me midscheeps! Ik voel mijn gezicht nat worden. Ik kijk naar Dorine. Die staat er precies zo bij. We hebben allebei onze tranen niet meer onder controle. En het valt ook niet te stoppen.

De man met de zonnebril begrijpt onze emoties en pakt onze handen vast. Zo staan we een tijdje woordeloos onze gevoelens te delen. Daarna komt er een vochtig gesprek op gang. Waar we vandaan komen. En hoe we hier verzeild zijn geraakt. 

Zo gauw in de groep duidelijk is dat we Nederlanders zijn, komt er een nieuw persoon op ons af. Hij is de marteldans ontsprongen. En als politiek vluchteling met zijn vrouw naar Nederland gekomen. Hij heeft een heel aantal jaren in Wageningen gewoond en spreekt nog een redelijk woordje Hollands. Hij heeft drie kinderen die in Nederland zijn geboren en getogen.

Toen Chili weer een democratie werd, moest hij wel terug naar Chili. Helpen bij de maatschappelijke wederopbouw van zijn land. Maar zijn kinderen bleven in Nederland. Studeren. Toekomst. Hij heeft ze nog twee keer gezien. Want ja, de prijs van een ticket is nauwelijks of niet op te brengen op basis van een Chileens salaris. En weer komen de tranen ……. De zangeres zingt nog steeds.

Wij besluiten om ons even naar een andere hoek van de Plaza de Armas te begeven. En we gaan daar op een bank zitten in een poging om onze emoties en onze tranen onder controle te krijgen. Dat lukt maar slecht. Ook al omdat we op dat bankje meteen worden aangesproken door een man die in redelijk Nederlands  -  met een buitenlands accent  -  vraagt of wij uit Holland komen. Dat heeft hij in de groep gehoord.

Hij blijkt Nederlander. Tijdens zijn studie in Wageningen heeft hij een Chileense leren kennen, en daar is hij mee getrouwd. Hij heeft zich gespecialiseerd in voedsel, hygiëne en inspectie en doceert hier aan de universiteit. Want zijn vrouw  -  ook een politiek vluchtelinge  -  wilde graag terug toen Chili weer veilig werd. En ja, met de Landbouw Hogeschool in je bagage ben je wereldwijd gewild. Ook in Chili. Hij woont nu al 22 jaar hier.

Ook zijn vrouw voegt zich in ons gezelschap en wordt zowel hun als ons verhaal nog eens dunnetjes over gedaan. Het klikt allemaal. Aardige mensen. En we worden uitgenodigd om met hen mee naar hun huis te gaan. Maar ja, het ticket voor de bus hebben we al in onze zak. En de vier dagen hotel in Pucón zijn al geboekt. Dus hoe graag ook …….

Na een meer dan hartelijk afscheid besluiten we nog even een appeltaartje te gaan eten bij de Duitse patisserie. Dat is tenminste de bedoeling. Maar de realiteit is nog steeds niet met ons klaar. Terwijl wij met de armen om elkaars schouders onderweg zijn, komt er alweer een man op ons af. Excuses, maar waar we vandaan komen? Nederland dus. Hij blijkt  -  ook al is hij er nooit geweest  -  af te weten van Amsterdam en Rotterdam. Ook heeft hij gelezen dat er in Leiden sinds kort een skelet van een Tyrannosaurus Rex voor het publiek ten toon wordt gesteld.

Plotseling vraagt hij ons of wij in de gaten hebben waardoor hij weet dat wij buitenlanders zijn. Nee, dat weten we niet. Nou, dat is omdat wij met de armen om elkaars schouders lopen. Dat zie je in Chili niet. Daar loopt iedereen los van elkaar. En dan soms nog achter elkaar ook.

Op mijn vraag of de Chilenen zich dan kunnen storen aan ons gedrag, ontkent hij dat ten stelligste. “Nee, hij vindt dat veel meer mensen dat moeten doen. Jullie stralen tenminste uit dat jullie een goed stel zijn. Un buena pareja”. Nu gaat ons een lampje branden. Want we zijn op reis al verscheidene malen  -  wel alleen door vrouwen, maar dit keer dus ook door een man  -  spontaan op straat aangesproken met de mededeling dat wij zo’n “buena pareja” zijn. En we vroegen ons altijd af waar onbekenden dat uit afleiden. En dat weten we nu dus ook weer.

Daarna toch nog even snel naar de Aleman. Want tot vanavond acht uur krijgen we niets meer te eten. En zo zitten we even later onder het genot van een Apfelschnitt tegen foto’s van Monschau aan te kijken en nog even onze tranen weg te slikken. Want als de sluizen eenmaal wijd open staan, krijg je ze niet gemakkelijk meer dicht.

20160911_130755  Aleman.1  20160911_130803  Aleman.2

Daar vragen wij ons tevens af waarom wij zo emotioneel reageren. En na enige overpeinzing komen we tot de conclusie dat het te maken heeft met de instelling waarmee we op reis zijn. Geboeid in mensen. En open staand voor al het menselijke dat we tegen komen. Dus daardoor geen enkele dekking als er heftige emoties optreden. 

Chillan. De stad zal ons voor altijd bij blijven. En onderweg naar Pucón regent het voor het eerst op onze reis pijpenstelen. Ook de natuur huilt.

Foto’s

4 Reacties

  1. Daphne Van Straaten:
    12 september 2016
    Vrij van geest zijn is ontwapenend mooi. Waar zo'n prachtige reis met optrechte emoties niet goed voor is om eens temeer erachter te komen waar het daadwerkelijk om draait in het leven: vrijheid-vrede-liefde vergeten we wel eens.
  2. Jo&Conny:
    13 september 2016
    Geweldig verhaal met emoties. En hoe fijn dat jullie je er in op laten gaan. Wat je allemaal niet meemaakt op zo'n reis. Groeten, Jo&Co
  3. Monique:
    13 september 2016
    Jullie staan m.i. ook open voor de warmte en de emoties van deze mensen. Probeer dit gevoel in Nederland ook vast te houden. We zouden allemaal even moeten reizen, dan krijgen we in Nederland ook een andere wereld
  4. Gwenny Hendriks:
    13 september 2016
    Mooi!