Esquel

2 oktober 2016 - Esquel, Argentinië

Tijdens de volle dag die we In El Bolson te besteden hebben, is het slecht weer. Bewolkt, mist en regen. De mooie uitzichten die ons hierheen gelokt hebben, zijn dus niet te bewonderen. Bovendien zijn de recente overvallen op toeristen juist gerapporteerd op de  paden naar het uitzichtpunt en de waterval. En nou houden wij wel van enig avontuur, maar dat is nog wat anders als het risico opzoeken. Dus blijven we een dagje knus binnen en bereiden we de volgende fase van de reis voor.

Uiteindelijk gaan we nu op weg naar de wereldberoemde gletsjers van Calafate. Alleen zit tussen waar we zitten en waar we heen willen 1303 kilometer. En dat is een beetje ruig om dat in één ruk te doen. En dat betekent dat we deze reis uiteindelijk op gaan knippen in drie onderdelen. Met als gevolg dat we onderweg twee keren gaan verblijven in toeristisch minder aantrekkelijke plaatsen. Maar ja, we troosten ons met de gedachte dat er overal leuke en interessante mensen zijn.

De eerste etappe leidt ons naar het stadje Esquel. In de reisgidsen omschreven als “ideaal om na het drukke Bariloche even op adem te komen”. Okay, dat houdt enige belofte in. Onderweg varieert het alweer van pampa-saai tot besneeuwde bergtoppen- boeiend.

20161001_114532  Saaie weg naar Esquel  20161001_114911  Besneeuwde bergtoppen naar Esquel.

Uiteindelijk komt Esquel in zicht. Het ligt mooi tegen een bergrug aan.

20161001_122100  Esquel

Maar in de centrumstraat krijgen we toch weer het idee van een saloondorp met een bergdecor.

20161002_123047  Centrale straat Esquel.  

Het is redelijk levendig, maar daarmee is het wel weer gezegd. Op het einde van de middag na aankomst  hebben we eigenlijk al  genoeg gezien. Dat wordt morgen improviseren.

En gelukkig valt er de volgende dag ook wel weer wat te bedenken. In Trevelin, een dorp 25 minuten met de bus verderop, is hier in een grijs verleden een kolonie Welshmen neergestreken. En omdat het bezoek aan de Colonia Suiza in Bariloche ons goed bevallen is, gaan we ook hier maar eens kijken wat de mensen uit Wales ertoe bewogen heeft om het Verenigd Koninkrijk te verlaten voor een nieuw leven in Patagonië. 

Dat blijkt alweer de uitgifte van gratis land te zijn. De groep Welshmen die hier rond 1900 neergestreken zijn, kregen samen 250 km2 aan grond aangeboden. Allemaal uitonderhandeld in Buenos Aires, waarna ze met een boot vol landbouwproducten en vee hier zijn neergestreken.

Als we in een lentezonnetje

20161002_155707  Lente in Trevelin

door de wijk lopen waar de Walesmensen zijn gesetteld, bezoeken we eerst het kerkje. Van hout en robuust. We kunnen ons voorstellen dat dit een Wales-georiënteerd gebouw is.

20161002_155735Waleskerkje.1  IMG_20161002_155935  Wales-kerkje.2  

Druk is het er niet. Ik zie maar één gelovige. En die is nog van Nederlandse origine ook.

20161002_155854  Interieur Waleskerk  

Vlakbij vinden we de Casa de Té La Mutisia. Theehuis de Mutisia. Dat laatste is een bij ons redelijk onbekende bloem. De casa schijnt van binnen een mini-museumpje te herbergen over de eerste Welshman die hier met zijn familie is neergestreken. Dus dat is de plek waar wij moeten zijn.

20161002_170416-3  Casa de Té.7  

Binnen komt ons de Keltische muziek tegemoet. Dat kan weliswaar nog uit vele landen komen, want de Kelten waren natuurlijk op veel West-Europese kusten en eilanden aanwezig. Ierland, Wales, Bretagne, Galicië ….. Maar goed, daar gaan we niet moeilijk over doen. Wales-muziek dus. In ieder geval melancholiek en sfeervol. Dat past wel bij mensen die huis en haard hebben verlaten om hun geluk te beproeven in den vreemde.

Voor de rest zien we alle tafels gedekt met een servies uit vervlogen tijden. Creme-wit met allerlei kleine gekleurde bloemetjes. Ik realiseer me dat mijn moeder vroeger ook zo’n soort servies had. Puur jeugdsentiment, dus.

De serveerster vertelt dat ze sandwiches hebben. En zoet brood. En taart. En of we koffie, thee of chocolademelk willen. Nou, Dorine wil wel thee en ik chocolademelk. Prima. En weg is ze. Het duurt even voordat ze terugkomt. En ik vraag ondertussen aan Dorine: Ze weet wel wat we willen drinken, maar weet ze ook wat we daarbij willen eten? Nee. Dat hebben we nog niet besteld.

Maar als de serveerster steeds langer weg blijft, bekruipt ons het donkerbruine vermoeden dat ze nu toch echt Wales-bammetjes aan het smeren is. En zoetbrood. En taart. Het zal toch niet? Nou ja, we hebben nog niet geluncht en het is al half vier. We zien wel.

En jawel, we zien het inderdaad. Thee  -  een grote pot vol, daar zijn ze niet kinderachtig in  -  chocolademelk, tosties, scones, zoetbrood met boter, rabarber en marmelade, brownies, taart, en gebak. Eh ja. Eh …… nou ja, laat maar. En we zetten ons welgemoed aan de verorbering. Uiteindelijk hebben die Welshmen vroeger vast voor hetere vuren gestaan, en mogen we blij zijn dat we dit allemaal voorgezet krijgen.

Als wij vroeger als kinderen ons eten niet lustten, kregen we altijd te horen dat we ons moesten schamen. Omdat de kindertjes uit de Derde Wereld een moord zouden willen doen voor dit voedsel. En dan at je het toch maar met lange tanden op. En dit eten lusten we best wel. Dus niet zeuren.

20161002_162147  Wales-dis

Alleen is de late lunch tegelijk ons avondeten. Het smaakt heerlijk, daar niet van, maar het vult meer dan behoorlijk. Onbehoorlijk, eigenlijk. En we begrijpen ineens waarom die Wales-jongens allemaal zo fors zijn uitgevallen, en uitblinken in sporten als rugby.

Nadat we zijn uitgegeten is het tijd om ons op de historische cultuur te storten. En we maken kennis met Martin Underwood en zijn gezin. Althans op foto’s en in geschrift.

20161002_170224  Familie Martin Underwood  20161002_170038-1-1  Schoonfamilie Martin Underwood
Martin was de leider van de groep kolonisten uit Wales die zich hier rond 1900 vestigde. We zien nog een van de oorspronkelijke koffers waarmee de groep is aangekomen. 

20161002_170132  Koffer Wales-immigranten  

In tegenstelling tot veel andere kolonialen  -  met name de Spanjaarden  -  stonden zij op goede voet met de oorspronkelijke lokale bevolking. 

In het begin wou het settelen niet echt lukken. Dat lag vooral aan het verschil in grondsoort en klimaat. De Welshmen waren de rijke, vruchtbare grond uit Wales gewend, terwijl de bodem hier kaal was. Bovendien is het hier de grootste tijd van het jaar nogal droog. En vergelijk dat maar eens met het natte zeeklimaat dat ze gewend waren. Dus de oogsten mislukten en men raakte de wanhoop nabij.

En daar bewees zich het goede nabuurschap. De lokale bevolking schoot te hulp en onderwezen de Wales-mensen in de juiste technieken om het hier toch voor elkaar te krijgen. Deze samenwerking is vaak aangehaald als voorbeeld van hoe integratie wel degelijk goed kan verlopen. Maar de Welshmen voldeden dan ook aan de voorwaarde dat ze  -  met behoud van hun eigen culturele aspecten  -  graag wilden integreren. En dat werd gewaardeerd.

Martin Underwood ontwikkelde zich dan ook tot een zeer gerespecteerd man, die uiteindelijk door de lokale bevolking werd gevraagd om de functie van vredesrechter te vervullen. Dat heeft hij ook met verve gedaan. 

Als we alle oude foto’s hebben bewonderd en alle geschriften ontcijferd, is het weer tijd om op te stappen. Bij het centrale plein aangekomen, blijkt dat we nog een half uur over hebben voordat de terugbus zal verschijnen. En omdat wel lijkt of iedereen van het dorp zich hier in het gras aan het verpozen is, besluiten wij om ook maar even van het zonnetje te genieten. Alleen niet in slaap vallen, want de bus gaat maar één keer per uur!

20161002_172341-1  Centrale plein Trevelin.2  20161002_172329  Centrale plein Trevelin.1

Maar de vrees  om de bus te missen, houdt ons wakker. Dus missen wij niks. En de bus brengt ons weer keurig terug. Daar blijkt dat ook in Esquel het hele Plaza de Armas bezaaid is met mensen.

20161002_182750  Centrale plein Esquel

Kennelijk is een beetje picknicken en spelen met het hele gezin als het weer op zondagmiddag goed is, een populaire bezigheid.

De eerste tussenstop zit er daarmee alweer op. De tweede  -  en laatste  -  voor Calafate luistert naar de naam Perito Moreno. Daar gaan we morgen met de bus naar toe. De reisgids belooft hier helemaal niks. Een soort oliedorp. Maar ja, het ligt net op de goede overbruggingsafstand. Het verkeerde dorp op de goede plek. Dus één nachtje moet kunnen. Dat houden we overal wel uit. We hebben elkaar. En ons goede humeur.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

1 Reactie

  1. Pauly Grotens:
    3 oktober 2016
    Geestig over dat servies met dat bloemetje van jouw/ mijn moeder.....staat bij mij in de kast!!
    We genieten van jullie verhalen!
    Liefs Berry en Pauly