De Zuid-Noorse kust
23 juni 2019 - Hamre, Noorwegen
Ook deze posting heeft minder foto's dan gebruikelijk. We kamperen namelijk op een van de drie Noorse naturistencampings. En dan is het maken van foto's wat minder eh ... gangbaar.
De twee andere naturistencampings liggen vlakbij Oslo. En voordat we de moeite namen om te kijken of Noorwegen überhaupt van dat soort kampeerplekken had, waren wij daar al ruimschoots voorbij.
Maar de derde laten we ons niet ontglippen. Die ligt in de buurt van Kristiansand, het meest zuidelijke puntje van dit land. Van daaruit is de planning dat we de kust gaan volgen tot aan de Noordkaap - het meest noordelijke puntje van Europa - toe.
Onderweg vanaf Oslo rijden we door een typisch Scandinavisch landschap. Vriendelijk, veel bos en meertjes, met hier en daar een fel gekleurd houten huisje zoals je die hier overal ziet.
Maar dan komen we aan waar we wezen willen en genieten we van deze plek. Het is een kleine camping. Afgezien van een stuk of twintig bungalowtjes - die meestal voor een heel seizoen verhuurd worden aan dezelfde mensen, en die zijn er lang niet altijd - is er ruimte voor zes campers en drie of vier tenten. Maar op het moment dat wij aankomen, zijn er twee campers en alleen onze tent. Dus we hebben de ruimte.
Wij settelen ons aan de rand van het water. Een uitloper van het Skagerak. Of de Noordezee. Dat is niet helemaal duidelijk, want de grens tussen die twee moet ongeveer hier liggen.
En we staan - hoe vreemd dat ook moge klinken op een naturistencamping - naast een kapelletje. Vanuit onze tent kijken we er recht op uit. Waarom dat hier is gebouwd mag Joost weten. Joost, kun je dat even uitleggen? Maar het staat er, en het draagt bij aan de charme van de plek.
Verder schijnt hier zo ongeveer de hele dag de zon. We kunnen het niet vaak genoeg zeggen, maar we boffen op deze reis tot nu toe geweldig met het weer. Zon en 25 graden. Wat willen we nog meer? Nou ja, in de wind - en die waait hier ongeveer de hele dag - mag je er qua gevoelstemperatuur gerust vijf graden aftrekken. Maar dan blijven er nog altijd twintig over. En dat voor Noorwegen!
We komen in gesprek met de campingeigenaren. Dat blijken Engelsen. Hij is een ex-hoge militair, en zij een gepromoveerde arts. Beiden volkomen uitgekeken geraakt op hun beoep en besloten om elke vorm van ratrace achter zich te laten en op een heerlijke plek in Noorwegen een naturistencamping te beginnen. Brengt ongetwijfeld minder op. Maar ze zien er heel gelukkig uit .....
Dat brengt me tegelijkertijd op de vraag waarom wij een voorkeur hebben voor naturistencampings ten opzichte van textielcampings. Nou, de voordelen zijn legio. Om er maar een aantal te noemen: Omdat ze vroeger ver weg gestopt moesten worden van de bewoonde wereld, staan ze bijna altijd goed verscholen in prachtige natuur. Vervolgens zijn de plekken die je er hebt, veel ruimer. De mensen die je er aantreft zijn gemiddeld toleranter, hebben een betere opleiding - dus krijg je betere gesprekken - en zijn beter opgevoed (Dus geen schallende gettoblasters met zware bastonen.)
Waarschijnlijk mede daardoor zijn ook alle hygiënische faciliteiten altijd veel beter op orde. "Es ist sauber", zouden de Duitsers zeggen. En iedereen loopt bloot als het weer het toelaat. Jij ook. Dat is een voordeel als je dat plezierig vindt. In ieder geval is het gemakkelijk bij het zwemmen en je hebt geen gedoe als je je 's morgens gaat opknappen.
Eigenlijk zie ik maar één nadeel: Iedereen loopt bloot als het weer het toelaat.. Jij ook. Dat is een nadeel als je dat onplezierig vindt. Maar dat is het dan ook wel.
We komen er al snel achter dat de rust op deze camping van korte duur zal zijn, want dit weekend barst de Noorweegse vakantie los. En ze doen hier niet aan vakantiespreiding. Daar bovenop wordt morgen de Langste Dag gevierd. Dat is in Noorwegen minder uitgebreid dan in Zweden waar er een hele cultus rond dat fenomeen bestaat.
In Noorwegen blijft dat beperkt tot het ontsteken van een Bonfire. Oftewel een vreugdevuur. Maar praktisch als de Noren zijn, beschouwen ze ook een Barbeque-vuur als een Bonfire. Eh ... ja .., dan is de keus natuurlijk gauw gemaakt.
En dan komt daar bovendien nog eens bij dat het hier op zondag 23 juni het feest is van Sint Hans. Zal bij ons wel Sint Johannes zijn. De Noren zijn wat minder plechtig. En Sint Hans behoort eigenlijk toch wel gevierd te worden met een barbecue. Het waarom ontgaat me, maar we nemen het leven hier maar zoals het op ons af komt.
Grote accolade achter dit alles, en op zaterdagavond wordt er hier een BBQ georganiseerd. Met daaraan voorafgaand een uur spelletjes. Als we informeren naar de aard van deze spelletjes, wordt er nogal lacherig gedaan. Er is bijvoorbeeld sprake van vierpersoons ski's waarmee je wedstrijdjes kunt houden. Dat soort dingen. Nou ja, het zal. We hopen maar dat het "Reisje langs de Rijn"-effect niet al te groot zal zijn.
Op zaterdag loopt de camping inderdaad helemaal vol. Allemaal Noren, één stel Duitsers en - inclusief onszelf - twee paar Hollanders. En ik krijg al visioenen van een compleet Hollands team dat alle andere groepen er uit loopt. We gaan het meemaken. Maar als wij - iets te laat - aankomen, blijkt dat de Noren de spelletjesfestiviteiten al hebben afgeblazen. Waarschijnlijk bang voor een afgang tegen de Dutch All Stars. Dus blijft uiteindelijk alleen de BBQ over.
Nou, die is smakelijk. Kippenborsten, koteletjes, en hamburgers. Plus een uitgebreide groene salade. Geen kaas voor de Hollanders. Maar wel speciaal voor de Duitsers Wurst en Kartoffelsalat. Verder koffie en chocoladetaart na. Ja, die Sint Hans moet wel een bunkeraar geweest zijn.
Op zondag loopt de camping alweer langzaam leeg. Niet iedereen neemt kennelijk meteen zijn vakantiedagen op. Tja, Sint Hans, hè? Dat moet in ieder geval toch gevierd worden.
Tussen alle bedrijven door creëren we ook nog tijd voor wat bezoekjes aan locale kustplaatsjes die in onze gidsen als "de moeite waard" staan omschreven. Nou ja, het is maar wat je daarvoor als vereiste laat gelden. We wandelen
in Lillesand, Grimstad en het wat grotere Kristiansand. En we zien eigenlijk drie keer hetzelfde: Een plaats gelegen aan een baai, met een kerkje,
een haventje en terrasjes, en een hoop boten. Doe er een zonnetje bovenop en de terrasjes lopen vol. En dan is het al gauw gezellig. Dan ontstaat er een soort jachthavengezelligheid. Op zich heel plezierig. Maar ik zou er niet voor omrijden.
Maar als we er toch zijn, proberen we wel in contact te komen met de locals. In het centrum van Lillesand ontmoeten we een vrouw die haar nering heeft in een oud tolhuisje uit 1705. Als hier vroeger schepen aankwamen met goederen voor de handel, moest er eerst tol worden betaald.
Ze heeft er een winkeltje, maar ook een klein museumpje. Dat gaat over een man die van hieruit was gaan zeezeilen met zijn boot. Maar de boot verging in slecht weer, dus stapte hij over in zijn reddingsbootje. Door het slechte weer kon hij zich waarschijnlijk onvoldoende oriënteren, en is hij uiteindelijk gestorven. Weken later spoelde hij - dood, maar nog steeds in zijn bootje - aan in de buurt van de Noordkaap, een paar duizend kilometer verderop.
Het reddinsbootje is terug gebracht naar Lillesand, en vormt nu de inhoud van het museum, samen met wat krantenberichten.
Verder ontdekken we hier dat in Noorwegen lingerie wordt omschreven als Undertoy.
En je kunt de Noren geen gebrek aan goede smaak verwijten. Ze combineren zelfs hun schoenen met hun servies.
En als er plotseling een onweersbui dreigt - dat kan hier plotseling heel snel opkomen, maar ook weer verdwijnen - dan vluchten we gewoon even een kroeg in.
In Kristiansand speelt een goede band aan de haven, hetgeen de sfeer alleen nog maar plezieriger maakt.
De streek is nu al boeiend. En het belooft allemaal nog veel boeiender te worden als de echte fjorden in zicht komen.
Het is thuis 30 grC: gloeiend heet. De komende dagen 35 grC.
Leon heeft een tuinman aan het werk gezet.
Mhg H