Valparaiso
4 september 2016 - Valparaíso, Chili
Laat ik deze posting allereerst beginnen met een samenvatting voor Jdith: Alles gaat goed. Plus street art.
Als we de bus nemen van Mendoza naar Valparaiso, komen we eerst op het busstation een bord tegen dat me de moeite waard lijkt om te fotograferen:
Lach, want voor je eigen veiligheid word je opgenomen met een videocamera.
De bus vertrekt om half tien in de ochtend, en afhankelijk van het oponthoud aan de grens met Chili hopen we om een uurtje of zes in Valparaiso aan te komen. We hebben ons allebei gewapend met een sudokuboekje voor het geval dat het weer zo’n saaie route wordt als de afgelopen keren.
Maar ditmaal hebben we buiten de waard gerekend die Andes heet. Dit gebergte kent vele gezichten, maar dat van vandaag hebben we op onze reis tot nu toe nog niet gezien. Het is een bergketen die je wel heel nietig doet voelen als je er eenmaal in zit.
Onze tocht begint rustig met een fatsoenlijke weg door bergachtig gebied.
Soms gaan we door tunneltjes en wanen we ons in Noord Italië.
Maar het gebergte wordt allengs ruiger. En kennelijk heeft het de afgelopen dagen in de bergen wat geregend, want er is wat meer water in de rivierbeddingen.
Uiteindelijk zien we hoog op de toppen sneeuw.
En niet veel later niet alleen op de hoge toppen, maar ook naast ons.
Ook ontwaren we de hoogste bergtop van Zuid-Amerika, de Aconcagua. Als je hem van een afstandje ziet, lijkt het niks bijzonders, maar er doen gruwelijke verhalen de ronde over deze berg. Die hoorden we onder meer van de Gaucho waarmee we onze paardentocht hebben gemaakt. De berg is ruim 7000 meter hoog. De temperatuur op de berg is gemiddeld min 15 graden, maar door de constant stormachtige wind is de gevoelstemperatuur min 55.
Jaarlijks proberen zo’n 200 mensen de berg te bedwingen. Dat lukt er ongeveer 20. 180 halen het niet. Daarvan komen er 160 weer beneden. En 20 overlijden er. Met andere woorden, de procentuele kans dat je de top haalt is even groot als dat je sterft. Lekker vooruitzicht als je er aan begint!
En dan nog zijn er elk jaar weer 200 nieuwen die het zo nodig moeten proberen. Waarom? Onze Gaucho vertelde met onverholen trots dat hij toch maar mooi op de hoogste berg van Zuid-Amerika had gestaan. Kennelijk ben je dan een hele bink. Ik vind hem een onverantwoordelijke waaghals.
Maar het verhaal wordt nog erger. Deze berg heeft ook een onmogelijk steile noordwand. En voor de echte bergbeklimmers is dat de grote uitdaging. Want je bent natuurlijk een nog veel grotere bink, als je kunt zeggen dat je de noordflank van de Aconcagua hebt bedwongen. Alleen, als je daar in de problemen komt, ga je er aan.
Onze Gaucho vertelde dat als je daar bijvoorbeeld een handschoen verliest, je hand binnen 15 seconden totaal bevroren is. En die moet je dan van je lijf afsnijden als je een kans wilt maken om te overleven. Doe je dat niet, dan tast het bevriezingsproces ook de rest van je lichaam aan, waardoor je organen ermee ophouden, met de dood tot gevolg.
En nou wordt het echt luguber: Aan de noordwand hangen al jaren een aantal doodgevroren ex-bergbeklimmers aan hun touwen te bungelen. In de problemen gekomen, gestorven, en met geen mogelijkheid van de wand af te halen ……..
In het berglandschap wordt ook geskied. We zien een aantal liften en geprepareerde pistes. Het hoogste punt waar wij vandaag overheen gaan, is 3700 meter, en daar waren ook de skiërs. Toch een hele hoogte voor een stevige lichamelijke inspanning, dat skiën nou eenmaal is.
Dan wordt het tijd voor de grens.
Chili in hebben we al een keer eerder meegemaakt, toen we vanuit Peru Chili binnen kwamen. Ik herinner me de les van de vorige keer (zie de posting Tacna). Mijn handbagage zit ditmaal aan mijn handen geplakt.
“Iedereen uitstappen. Controle van de documenten.” Loop ik als enige met mijn tas handbagage te zeulen. Maar nee, dit is alleen ter verificatie van je paspoort …….
Als iedereen terug is uit de paspoortrijen, moeten we weer allemaal de bus in, en rijden we door tot niemandsland. Daar wordt onze bagage uitgeladen en rechtstreeks vanuit de bus door de scanners gehaald en weer ingeladen. Volgens mij pure show, want er wordt geen een koffer of rugzak aan een nader onderzoek onderworpen.
Wij worden allemaal weer uit de bus gecommandeerd en dienen ons met handbagage keurig in twee rijen op te stellen.
Ik schat in dat dit proces wel even tijd neemt. En net voor dit gebouw zag ik een hotdog stand. Dorine wil wel een hotdog, compleet met avocado en tomaat. En als zij dat wil, wie ben ik dan om niet even een beetje risico te nemen? Dus sprint ik de rij uit richting hot dog stand en geef mijn bestelling op.
En dan verwacht je dat ze die worsten wel warm hebben liggen. Maar neeeejjj, zo werkt dat in Zuid-Amerika niet. Elke bestelling wordt per klant geregeld. En ik wil mijn twee hotdogs toch warm? Nou, dan gaan we die even voor u opwarmen. Hoe lang duurt dat? Ach, een minuutje of tien …..
Ai, daarmee snijd ik mezelf toch even behoorlijk in de vingers. Deze minuten lijken een eeuwigheid te duren. En ik krijg visioenen van douaniers die tegen Dorine staan te bulderen. Want ja, ze hebben allemaal een pet. Met de klep naar voren! Dus dan heb je recht van spreken.
Zo gauw de hotdogs aangereikt en afgerekend zijn, snel ik terug naar de rijen om de ernst van de ongetwijfeld gerezen problemen in ogenschouw te nemen. Maar die problemen zijn er niet. Iedereen staat gedisciplineerd opgesteld. Met handbagage. In rotten van twee. Maar aan de controle zijn de Petmansen nog niet toegekomen. Pak van mijn hart. En onder de afgunstige blikken van onze medereizigers peuzelen wij lekker onze hotdogs weg.
Verdere complicaties aan de grens komen er niet. En al spoedig wordt de reis vervolgd. Ditmaal aan de Chileense zijde van de Andes. En dat maakt wel aardig wat verschil. Want zo gauw we de hoogte achter ons hebben gelaten, verandert het landschap. Het lijkt meteen zeeklimaat. Alles is groen. En vlak. En om zes uur duikt inderdaad Valparaiso op.
We worden bij het busstation opgehaald door Claudia. Zij is de eigenaresse van het Airbnb-huis dat we hebben gehuurd. Leuke service die al op haar advertentie staat aangekondigd. Handig! Dat zal haar wel extra klantjes opleveren.
We hebben alweer een heel huis! Maar ditmaal zonder verdere inwoning. Claudia woont boven ons hoofd op de eerste verdieping. Met een eigen opgang. Dus afgezien van af en toe een beetje gestommel beperkt ons contact zich tot de Whatsapp. Het huis ligt wat hoog in de heuvels. Op straat kunnen we de zee zien.
De stad heeft een heel bijzondere ligging. Het ligt aan de Pacific. Er is een strand en een haven. Daar tegenaan ligt het centrum. En om het centrum heen ligt een bergrug in de vorm van een hoefijzer. Op die bergruggen liggen de woonwijken.
En er zijn acht openbare bergliften die de bewoners helpen om van boven naar beneden en vice versa te komen. Voor 40 cent per rit.
Sommige gebouwen zijn mooi, en goed opgeknapt. Maar dat is uitzondering.
Het centrum is toch vooral een beetje shabby. Wel is er een levendig centraal plein. Dit keer geen Plaza de Armas of Plaza de la Independencia, maar Wel Plaza de la Victoria. De Chilenen houden kennelijk van het glas half vol. De Chileense wijn heeft dan ook een goede naam.
Valparaiso heeft de naam van een kunstenaarsstad. Met een Bohemièn-sfeer. Een beetje hippy, zo je wilt. En heel veel street-art. En is daarom bij de Chilenen redelijk populair. Nou, die street-art, dat klopt. Als je daarvan houdt, vind je hier prachtige voorbeelden. Met name in de wijken Concepcion en Alegre vinden we er veel toepassingen van.
De wijken Concepcion en Alegre zijn in de tijd rond de twee wereldoorlogen bevolkt geraakt met veel Duitsers en Britten. En kennelijk vooral van het kunstenaarsslag.
Veel huizen zijn in felle kleuren beschilderd.
En voordeuren ontkomen ook niet aan de schilderskwast.
Hetzelfde geldt voor kroegen.
En trappen.
De kunstenaars organiseren ook hun eigen wijkmarkt.
En humor is natuurlijk altijd aanwezig.
Toch eens opletten wie er in mijnvriendenkring de grootste bierdrinkers zijn!
Wanneer heeft een stad een Bohemien-sfeer? Wat wij hier tegen komen aan kenmerken in de beide wijken is onwijs veel streetart, erg gezellige huiskamercafeetjes en -restaurantjes waar je je thuis voelt zo gauw je er één stap over de drempel zet, aparte types die heel aardig zijn, en verder veel huizen van het duo Rot en Kapot. Maar ja, misschien is dat in de Bohemen ook wel. Ik kom daar niet elke dag …….
Zoals in veel dynamische volkswijken is het wel degelijk leuk om er een paar dagen doorheen te lopen.
Er gebeurt veel, de vreemde vogels die er rondlopen zijn uitermate vriendelijk en er is van alles te zien. Er wordt in deze wijken veel geschilderd. Het zijn dus feitelijk echte schilders-wijken. Hagenezen zullen mijn dualistische gevoel begrijpen. Ik vind persoonlijk een middagje Schilderswijk in Den Haag ook bepaald niet onprettig. Ik zei wel één middagje ……
Verder maken we ook mee dat er op een kerkplein een open lucht-diner wordt georganiseerd voor daklozen. En omstanders die dat willen, kunnen voor een vrijwillige donatie meeëten en met de daklozen praten .......
Wat we ook noteren is dat de beide kunstenaarswijken een beetje slachtoffer zijn geworden van hun eigen succes. Zeg maar het "Place du Tertre-effect". Je verwacht voortdurend aangesproken te worden door een artistiekeling die door gebrek aan talent graag een karikatuur van je wil tekenen ....... Zover is het hier gelukkig nog niet. Maar het gaat wel die kant op.
Wat ons verder opvalt, is dat de Valparaisorianen zelf erg negatief over hun stad spreken. We worden om de haverklap gewaarschuwd voor geboefte dat het op je spullen voorzien heeft. En ons wordt gewezen hoe we vanuit waar we zijn, het beste verder kunnen lopen zodat wij daardoor de slechte en gevaarlijke buurten vermijden. Op zich is dat vermijden trouwens best lastig, omdat wij - als wij vanuit het centrum in onze woonwijk willen komen - dwars door zo’n slechte buurt heen moeten …….
Een ander markant straatbeeld betreft de slapende honden. Die liggen hier bij tientallen op de stoep, in het zonnetje, met de ogen dicht.
Die moeten natuurlijk bijslapen. Want ’s nachts met al die boeven doen ze natuurlijk geen oog dicht.
Opvallend is, dat we de geluiden van de stad zo rechtstreeks binnen krijgen. We hebben de laatste tijd kennelijk veel meer in de natuur dan wel in de rustige dorpen en steden doorgebracht. Het is net of we weer aan alle gerem, getoeter en gebrom moeten wennen.
Al dwalend door de stad komen wij ook een hoek tegen waar mensen met elkaar zitten te kaarten.
Dat vergroot mijn hoop dat er ergens ook een openbare schaakplek is. En ik heb het me nog niet bedacht of ik loop er tegenaan.
Onnodig te zeggen waar ik me het komende uur mee bezig houd. Dorine gaar ondertussen even de buskaartjes kopen voor de eerstvolgende busreis. Heerlijk om trouwens weer eens even wat tegenstanders van het bord te zetten. Ik moet natuurlijk wel vingeroefeningen blijven doen ……
Als we met de schakers in gesprek raken, en ze horen dat wij uit Holland komen, meldt een van hen dat ook zijn gitaar daar vandaan komt. Is hij in Nederland geweest dan? Nou nee, dat niet, maar binnenin staat gedrukt “Made in Holland”. Ik wist trouwens niet dat ze in Made een gitaarfabriek hadden, maar dat terzijde. Je kunt van je land nou eenmaal niet alles weten, ook al is het je vaderland.
Natuurlijk komt hij er niet onderuit om iets op zijn gitaar te spelen. Daarvoor legt hij zelfs zijn schaakspel even stil. Zijn liefde voor de muziek is ongetwijfeld groter dan zijn schaakhart. Want een echte schaker zal nooit zijn partij onderbreken. Eerst de dood of de gladiolen. En dan pas wat anders!
Valparaiso. Ach ja, de stad zal zowel bewonderd als verguisd worden. Wij zitten ook duidelijk met enerzijds-anderzijds-gevoelens. Maar we hebben er inmiddels na een paar dagen ook wel weer genoeg van gezien. Morgen gaan we weer door. Naar de hoofdstad: Santiago de Chile. Een busreis van slechts twee uur. Eitje!
Ook daar zijn wij geweest. Ik vond het een romantische stad, zo tegen d berg aan gebouwd.
En veel rustiger dan Santiago.
En vriendelijke mensen. Bijzonder land is Chili met veel geschiedenis en politiek bewustzijn. Fijne tijd daar. Liefs, henriette.