Parati
23 december 2016 - Paraty, Brazilië
Als we Curitiba achter ons laten, gaan we op weg naar Rio de Janeiro. Maar voordat we daar aankomen, maken we nog een laatste tussenstop in het koloniale stadje Paraty.
De bus vertrekt een half uur te laat voor de zeven uur durende tocht. Onderweg rijden we door tropische vegetatie. Aan de natuur is af te lezen dat het hier veel regent en ook vaak heet is. Wat zeg ik? Snikheet is een betere omschrijving. Een vochtige 35 graden.
Ondanks de tijdsachterstand die we in het begin hebben opgelopen, maken de chauffeurs geen aanstalten om die schade weer in te lopen. Ze nemen met alles alle tijd van de wereld. Zal ook wel met de hitte te maken hebben. Don’t worry, be happy. Uiteindelijk raken we wel twee uur achter op het tijdschema.
Zo wordt er ook elke twee uur 20 minuten gestopt. Moet iedereen de bus uit. Gaan de chauffeurs uitgebreid een soepje zitten eten. Waarschijnlijk hebben ze deals met de restaurantjes waar ze pauzeren. Als wij hier onze passagiers uitladen, krijgen wij van jullie gratis eten. Dat soort dingen.
Mochten we denken dat ritselen alleen in het groot gebeurt, dan weten we inmiddels wel beter. Het vindt plaats in alle lagen van de bevolking. Alleen de opbrengst verschilt natuurlijk, afhankelijk van de schaal waarop het een en ander in de grondverf wordt gezet.
Paraty is alleen te bereiken via een kustweg. Onderweg krijgen we al doorkijkjes naar plaatsjes aan zee. Dat geeft al vast een idee van wat we bij aankomst kunnen verwachten.
Nadat we zijn aangekomen, gaan we eerst kwartier maken. Ditmaal is dat bij Juliana.
Zij is yogadocente van beroep. Aardige meid. Ze houdt van koken en zelf speciale sapjes en hapjes maken. We krijgen dan ook de meest wonderlijke dingen voorgezet om te proeven. Eigen gemaakte truffels. Gefermenteerde thee. Sinaasappel-citroen-gember-noten-jam. Allemaal even verrassend.
We proberen na de kennismaking nog een rondje stad te doen, maar we komen niet ver. Wel even ergens een hapje eten. Maar daarna zijn we moe en verlangen we naar ons bed. Morgen komt er weer een dag.
En zowaar, die komt ook. Paraty blijkt een oud vestingstadje. De kanonnen voor de verdediging staan er nog.
Het heeft een oud koloniaal centrum. Het enige nadeel is dat je er wat moeilijk in rondloopt vanwege de gebruikte bestrating. Kinderkopjes. Nou ja, kopjes ..... Dan wel van kinderen met een waterhoofd. Grote, slecht aansluitende stenen.
Maar daarmee is het negatieve nieuws wel op. Paraty is een ontzettend leuk plaatsje met een oergezellig historisch centrum.
Winkelstraatjes,
terrasjes, mooie oude huizen,
kerken,
en je hoort altijd wel ergens muziek.
Echt genieten. Wij kuieren, luieren, drinken onze sapjes, eten liflafjes, nemen op zijn tijd een ijskoffie voor de verkoeling, en zitten op terrasjes. Het zal onze tijd wel duren.
Verder heeft de plaats een uitermate leuk haventje.
Ook de haven kade is heel gezellig.
Alle boten zijn geschilderd in kleuren die je in Nederland alleen bij een hippy-commune zou verwachten. “Gewone” boten kom je hier niet tegen. Ach, kwestie van smaak. Het is in ieder geval heel vrolijk.
Vanuit de zee - en dus ook vanuit de haven bereikbaar - loopt er een kanaal langs de rand van de stad het binnenland in. Eigenlijk zouden wij Nederlanders dat eerder als een gracht betitelen. En ook hier varen allerlei kleurige bootjes langs koloniale straatjes. Een genot om naar te kijken.
Tot onze verrassing komen we hier in het centrum tijdens onze slentertocht het Hostal Breda tegen.
Daar moeten we het onze van hebben. Want hoewel wij het een geweldige stad vinden, kunnen we ons nog niet voorstellen dat het wereldberoemd is. Vast een verdwaalde Nederlander. Dus gaan wij er welgemoed naar binnen.
Maar nee, tot onze teleurstelling bestaat er geen Hollandse eigenaar. De Braziliaanse baas vond het wel een leuk woord. In de locale taal schijnt het iets als “modder” te betekenen. We druipen jammerlijk af.
Maar we constateren wel dat we dus weer eens in een stadje zitten waar we ons heel erg op ons gemak voelen. Daar zouden we gemakkelijk veel meer tijd kunnen doorbrengen dan de vier dagen die we er hebben geboekt. Hier zijn geen wereldproblemen. Ook geen kerstmarkten. Het is er veilig en relaxed. Stress is er ook niet.
Er is hier zowaar een Turks restaurant. Hier is dat net zoiets als een Thais eethuis (dat ze hier trouwens ook hebben). En ze hebben hier geen Geert Wilders nodig om “minder, minder” te roepen. Want er is hier maar één Turk. En bij iets minder heb je niks meer over. Hier is de Turk gewoon een welkome aanvulling op het internationale eethuisjespalet. Prima. Maar hij is dan ook goed geïntegreerd.
En de zon schijnt hier. Hard! Elke dag ruim over de 30 graden. Dat is voor ons een hele overgang. We worden er allebei behoorlijk sloom van. Het veroorzaakt een mood van “Waarom zou je wat gaan doen als je ook niks kunt doen?”
Regenen doet het ook. De standaard hier in de zomer is dat het regent tussen 16.00 en 18.00 uur. Soms zachtjes, en soms ook hard. Niet erg. Dat geeft verkoeling.
En och ja, het is bijna Kerstmis. Kijk, Sinterklaas is helemaal aan ons voorbij gegaan. Ik heb hier geen rode kleren en ook geen schimmel. Maar met Kerst is het al niet anders. Om in deze temperaturen aan de Kerstman te denken, valt niet mee. Je komt er eenvoudigweg niet op, als je met deze klimaatomstandigheden te maken hebt. En daar helpt een verdwaalde Kerstroos of een mislukte dennentak niets aan. Ik kan ook niet zeggen dat het feest hier erg leeft. En ik vraag me af of dat in Rio anders is. Want daar zijn we met Kerstmis. Maar ik verwacht van niet.
De volgende dag hebben we een uitje naar Trindade op het programma staan. Een klein stranddorp op 40 kilometer afstand. Eigenlijk meer strand dan dorp. Want je hebt er om te beginnen heel veel zee. Dan een enorme reep zand waarop allemaal parasols en zijn geplaatst. (Gratis!)
En dan is er een nauwelijks verhard kustweggetje met de bekende snuisterijenwinkeltjes, hostalletjes, restaurantjes en terrasjes. That’s all, folks!
De zee, daar kun je zo inlopen. Ik schat zo’n graadje of 26. Dan nog vinden de Brazilianen om ons heen dat koud. We horen er althans veel gemopper over. Ach, je zou die brave mensen graag eens even onze Noordzee willen laten voelen. Dan zijn ze wellicht wat meer tevreden over hun Atlantische Oceaan. Wij genieten in ieder geval enorm van het lekkere water.
Om en om de wat verlate lunchtijd lopen we door het dorpstraatje en laten we ons in de luren leggen door dit bord.
Daar staat met zoveel woorden dat ze hier een sapje hebben van Tangerine (een locale vrucht) met gember. Dat lijkt ons wel wat, tegen de dorst. Dus dat restaurantje in.
En als we daar toch zitten, bestellen we meteen maar een mootje zalm met honing en passievruchtensaus.
Het valt allemaal bijzonder lekker. Geen wonder ook: Dorine voelt zich wat licht in haar hoofd en begint het drankje te verdenken van een alcoholische inhoud. Navraag bij de boss brengt duidelijkheid. Ja, er zit ook een scheut wodka in. Heeft hij er eigenhandig ingegoten. Een behoorlijke scheut zelfs. Stond niet op het bord. Service van de zaak.
Maar vooruit, het is lekker. Alleen blijkt Dorine wat minder tegen de wodka te kunnen. Ze wordt niet alleen licht in haar hóófd, maar ook in de rest van haar lijf. En ze begint zich af te vragen hoe ze nu nog thuis komt. Ik beloof haar plechtig dat ik daar persoonlijk garant voor sta. Desnoods draag ik haar. Nu ze toch zo licht is ......
En til ik haar over elke drempel. Dat beloof ik ook. Net zoals 25 jaar geleden. Maar ja, toen woog ze nog wel een paar kilootjes minder dan nu. Dat maakt mij echter niet uit: Een man een man, een woord een woord!
Uiteindelijk valt het allemaal reuze mee. En hoeft ze van mijn overmoedige aanbod geen gebruik te maken. Alleen als we weer thuis op onze kamer zijn aangekomen, valt Dorine als een blok in slaap. Ik ook, trouwens. Gek, hè?
De volgende morgen staan we uitermate verkwikt weer op. Dat mag trouwens ook wel na 10 uur diepe slaap. Het eerste dat we zien, is regen. Dat lijkt ons dus niet de geschikte dag voor de boottocht die we in gedachten hebben. Maar daarom niet getreurd. We hebben een paraplu. We hangen gewoon nog een dagje extra rond in het oude centrum. Gezellig is het toch wel.
En dan richten we onze blik vooruit op Rio de Janeiro. Ik ben daar al vele malen geweest, maar Dorine kent het alleen van mijn verhalen. Het is een van mijn favoriete steden. En ik ben blij dat we er een dikke week gaan genieten. Kan ik naar uitkijken.
Veel plezier in Rio.